Weet je nog dat je als 12-jarige voor de spiegel stond en dacht:
“Was mijn buik maar platter, had ik maar minder haar op mijn benen, waren mijn dijen maar dunner”
Toen je 16 was, veranderden je verlangens.
Je wilde een slankere taille, grotere borsten, misschien een kleinere neus. En natuurlijk een rondere kont, want ja… dat is mooi.
En dan, op je 26e…
Verlangde je weer naar je tienerlichaam. Strakkere huid, minder pudding. Eigenlijk wist je niet eens precies wat je wilde, behalve dat je zeker wist dat je er niet perfect uitzag. Als je maar wat strakker, mooier en slanker kon zijn.
We spoelen vooruit naar je 30e.
Je kijkt in de spiegel en besef je ineens: Verdorie, ik zag er eigenlijk best goed uit op mijn 26e.
Waarom zag je dat toen niet? Je hebt geen idee.
Want nu, op je 30e, lijkt het weer alsof je iets mist.
Op naar je 40e..
Je kijkt terug op je 30e en denk je precies hetzelfde: Ik was prachtig! Waarom was ik zo hard voor mezelf?
Fast forward naar je 80e.
Wanneer jouw 80 jarige zelf terugkijkt op al die jaren waarin je lichaam veranderde, en je telkens dacht dat je niet goed genoeg was, besef je de harde waarheid: het was je blik op jezelf die niet klopte.
Elke keer dat je voor de spiegel stond en jezelf afkeurde, dat je dacht dat je iets aan jezelf moest veranderen—dat was het probleem. Niet je lichaam.
En weet je…
…je gaat spijt krijgen. Niet van die paar kilo’s, of die neus die je ooit te groot vond. Nee, je gaat spijt krijgen van elke keer dat je niet inzag hoe mooi je al was. En je zou willen dat je het allemaal kon terugdraaien om jezelf gewoon goed te vinden zoals je was en blij met jezelf te zijn.
Het is die kritische blik…
…die je steeds naar beneden haalt. Het enige wat je moet veranderen is hoe je naar jezelf kijkt en hoe je tegen jezelf praat.
Stop met het verlangen naar perfectie, het is een illusie.
Je bent goed zoals je bent, je was altijd al goed genoeg.
Vraag maar aan je toekomstige zelf van 80 jaar. Die zou je toeschreeuwen: je bent al prachtig, lieverd!